Opnieuw staat hier de hoeve centraal waar Marrigje van Keulen woont met haar zoon Bram. Het is Bram die hel gehele bedrijf leidt. Op de boerderij woont ook Frieda, die bij de Meulenbroeks is weggestuurd omdat ze zwanger was. Vrouw Meulenbroek wist dat haar zoon Chris de aanstaande vader was, maar als Frieda dat ging rondbazuinen, zou Meulenbroek zeggen dat ze haar met de knecht had betrapt. Frieda wil dolgraag toegeven aan haar verliefdheid op Bram, maar ze voelt zich besmeurd door haar verleden. Tevens wil ze niet opnieuw teleurgesteld worden door een rijke boer-in-spé. Ook Brams verstand zegt dat ze graag wil trouwen om haar kind een vader te schenken en een leuke toekomst te geven. Maar in zijn hart weet hij dat haar gevoelens voor hem oprecht zijn. Frieda en Bram staan voor een muur en zoeken elders een uitweg. Maar onweerstaanbaar worden ze naar elkaar toe getrokken...