De boer van de kapitale Kruishoeve, Fried Huisman, is getrouwd met een vrouw die een wankele gezondheid heeft. Hij moet voorzichtig met haar omspringen en dat doet hij ook echter wel ten koste van knechtsvrouw Gonnie. Fried beschouwt zijn personeel als zijn eigendom, dus hij veroorlooft zich met Gonnie dingen die niet door de beugel kunnen. Tegelijkertijd kijkt hij erg neer op haar gezin. Als Frieds zoontje Dirk met Gonnies dochter Jaantje samenspant tegen Antje, de oudste dochter van een andere kapitale boerderij uit de buurt, zint hem dat niet. Hij denkt vooruit en vindt dat Dirk beter met Antje zou kunnen optrekken. Dirk trekt zich daar niets van aan. Fried blijft erop hameren dat alles moet gebeuren zoals hij het wil, maar het leven loopt nu eenmaal niet volgens wens. Zal hij ooit tot dat inzicht komen?