Deze roman gaat over Marije. Na een teleurstellende ervaring in de liefde logeert ze bij vrienden die op de Veluwe een inrichting voor geestelijk gehandicapten leiden. Zo komt ze in contact met Egbert, de gehandicapte kleinzoon van de freule die op een landgoed naast de inrichting woont. Als de freule overlijdt, erft Marije het landgoed en maakt er een tehuis voor oudere gehandicapten van.