Ze is gevonden op de stoep van het weeshuis in Noord-Holland. 'Ze heet Tilly', stond er op het briefje dat bij haar lag. Verder weet Tilly helemaal niets van haar afkomst. Wat Tilly wel weet, is dat ze weg wil uit het weeshuis. Ze wordt er uitgebuit en heeft geen toekomstperspectief. Daarom stippelt ze een ontsnappingsplan uit: als ze om een boodschap wordt gestuurd, vlucht ze naar een schip dat ze heeft zien liggen. De eigenaar van het schip, Brand, neemt haar onder zijn hoede. Maar de grond wordt Tilly in dit dorp te heet onder de voeten. Met haar nieuwe naam Suzan Brand klopt ze aan bij een boerderij ver uit de buurt, waar de twee vrijgezelle bewoners wel een meid kunnen gebruiken. Bij deze Guus en Harm voelt ze zich al snel thuis. Maar kan ze ook blijven?