Tijdens de Koreaanse oorlog stort het vliegtuig van piloot Davy Johnson neer in het noordelijke gedeelte van Korea. Hij wordt in veiligheid gebracht door Fai en haar broer Kim. Davy wordt verliefd op Fai. Als ze worden ontdekt, worden Fai en Davy gescheiden: Fai komt met haar dochter Foeing en haar broer in een strafkamp terecht en Davy wordt in de gevangenis gezet. Samen met andere militairen weet hij te vluchten en keert hij terug in Amerika. Daar probeert hij het verleden te vergeten, trouwt en sticht een gezin.
Na de dood van zijn vrouw Mary, wordt Davy eenzaam en komen de herinneringen van de oorlog terug. Hij beseft wat hij heeft achtergelaten en heeft spijt niet meer voor hen te hebben kunnen doen. Het leven heeft geen zin meer voor hem en hij vertelt het verhaal van Fai aan zijn zoon en kleinzoon Roy.
Roy is begaan met zijn opa en besluit op zoek te gaan naar Fai en haar familie in Korea. Via zijn tante, die vanuit de kerk contacten onderhoudt met zendelingen in China, probeert hij, samen met het Chinese meisje Lee, in Korea te komen. Tijdens die reis wordt Roy verliefd op de mooie Lee. Zal het Roy lukken om de band van vroeger te herstellen?