Een splinternieuwe roman van topauteur van de familieroman: over loskomen en loslaten. De jaren vijftig en zestig zijn jaren van grote veranderingen. Nu de crisis- en oorlogstijd voorbij is, begint de welvaart toe te nemen. Maar het vaste rollenpatroon bestaat nog steeds. Joke van der Sluis voelt zich daar nogal in opgesloten.
Wanneer Joke van haar ouders voor haar zieke grootouders moet gaan zorgen, komt ze in een situatie terecht die ze zelf nooit heeft gewild. De onverwachte gevolgen van de verandering maken het voor Joke ook niet gemakkelijker. Dan leert ze Betsie kennen, die zichzelf behoorlijk in de nesten werkt. Wanneer dan ook nog de liefde in Jokes leven komt en dat die niet bepaald over rozen gaat, moet ze keuzes maken. En dat is lastig voor Joke, want zelfstandigheid is niet haar sterkste eigenschap