Haarlem, 1780. Keetje Hodshon is nog geen twaalf als ze het grootste deel van haar familie al heeft verloren. Ze erft een vermogen. Haar voogden stellen een echtpaar aan dat voor veel geld uit de erfenis Keetje en haar broers opvoedt. Keetje raakt bevriend met een van hun dochters, Manon, en vindt troost bij haar.
Ze droomt ervan om een stadspaleis te bouwen. Zodra ze volwassen is geworden, zet ze haar plan in werking. Via brieven blijft ze in contact met Manon, waardoor ze een hechte band ontwikkelen. Manon wordt echter geplaagd door stemmingswisselingen en ook Keetje weet zich met haar gevoelens geen raad. In haar weelderige huis zal ze haar eigen, eenzame weg naar volwassenheid moeten vinden.
Auteur Marja Visscher raakte gefascineerd door Keetje Hodshon omdat er ondanks haar vermogen en het imposante stadspaleis bijna niets over haar bekend is. Op levendige wijze haalt zij in deze historische roman de markante dame uit de schaduw van haar tijd.