Corrie groeit op bij haar oom en tante op het Groningse platteland. Haar ouders leven niet meer, maar bij haar oom en tante is ze gelukkig. Tot haar stiefbroer avances maakt waar ze geen trek in heeft.
Hij kan niet van Corrie afblijven, maar haar tante kiest zonder meer partij voor haar eigen zoon. Corrie wordt uit huis gestuurd om ver weg een betrekking te zoeken. Ze komt terecht bij een oude, zieke vrouw en haar vrijgezelle zoon. Daar wordt ze eindelijk gelukkig. Maar dan komt men ook in dit dorp erachter wat zich in haar verleden heeft afgespeeld. De enige troost die ze dan nog vindt, is de zang van een nachtegaal.