Martine groeit op in een gezin dat is aangesloten bij de organisatie van de Jehovagetuigen. Hierdoor heeft ze altijd met strenge regels moeten leven. Dit begint haar echter steeds meer te benauwen. Ze mag geen vriendschappen of andere relaties sluiten, en ook haar opleiding verpleegkunde gaat eraan ten onder. Ze voelt zich steeds ellendiger en eenzamer.
Ten einde raad besluit Martine contact op te nemen met Miranda, een klasgenootje van de middelbare school. Zij biedt direct steun en laat Martine een andere kant van het geloof zien.
Dan komt ook nog eens Tjeerd, een voormalige studiegenoot, terug in haar leven. Eerst heeft Martine moeite om hem volledig te vertrouwen, maar uiteindelijk durft ze hem over haar achtergrond en opvoeding te vertellen. Dit alles draagt bij aan het besef dat ze niet zo verder wil, maar hoe moet ze haar familie hierover onder ogen komen?