Als het weesmeisje Dientje van Delden achttien wordt, is de tijd gekomen een dienstje te zoeken. Bij de boerin van De Waardzate, Jan Dogger, kan ze komen en al doet ze zo haar best, bij de boerin kan ze geen goed doen. Boer Klaas Dogger ergert zich aan de manier waarop zijn vrouw met Dientje omgaat en neemt het vaak voor haar op. Als de knecht van de Waardzate, Bert Tervoort, Dientje uitnodigt voor een bruiloftsfeest van een vriend, maakt ze een mooie jurk die veel complimenten ontlokt. Bert is trots op zijn ´bruiloftsmeid´ maar de boerin vindt het een opzichtig flodderding. Niet alleen Bert is verliefd op de knappe Dientje maar er zijn meer kapers op de kust.