Tita en Jan Althuisius krijgen na de geboorte van hun dochter Susanneke te horen dat het onmogelijk zal zijn nog meer kinderen te krijgen. Dit doet hen besluiten een Koreaans meisje te adopteren,genaamd Yanga. dat al snel Ange wordt. Het gezin is harmonieus, tot Ange in de pubertijd komt, landgenoten opzoekt en te kennen geeft dat ze zich toch maar een vreemde eend in de bijt voelt. Terwijl Susanneke zich voorbereidt op haar studie, verdwijnt Ange op mysterieuze wijze. Ieder spoor loopt dood en iedereen maakt zich enorme zorgen. Susanneke is bevriend met Mark, wiens vader politiecommissaris is en samen met hem duikt ze in de verdwijning. Van een viendin van Ange wordt er een spoor gevonden, dat naar Anges gymleraar loopt. Gedrieën zetten ze de speurtocht voort. Dwars door alle ellende heen bloeit de relatie tussen Susanneke en Mark. Maar als uiteindelijk het juiste spoor dat naar de oplossing voert is gevonden, is daar de twijfel of mark wel de man voor Susanneke is.