Soh Poh Ho is een twaalfjarige jongen, afkomstig uit het Birmese Tha Mu Hai. Hij is met zijn ouders en zijn broertje gevlucht naar een kamp op de grens van Birma en Thailand. Hij gaat in het kamp naar school, en zijn ouders vinden er een woning. Maar welke toekomst ligt hier voor hem? Hij mag het kamp wel verlaten, maar waar kan hij dan naar toe? Moet hij voor altijd leven achter prikkeldraad? Het leven van Soh Poh is vol vragen en onrust.
Sommige gezinnen vertrekken naar een Europees land, of zelfs naar Amerika. Dat zou Soh Poh ook wel willen, maar zijn vader is depressief en onderneemt geen actie om het gezin een nieuwe toekomst te bieden.
Terug naar huis is geen enkele optie - de Karen, het volk waar Sohs familie deel vanuit maakt, worden onderdrukt in Birma. Soh probeert zijn nare herinneringen weg te drukken, maar 's nachts beleeft hij hun vlucht telkens opnieuw. Soms vindt hij troost in zijn gesprekken met Christina Deh, die in Amerika heeft gewoond, maar terug is gekeerd naar het kamp om de vluchtelingen te helpen...