Eens was de tuin van Leota een prachtige plek, waar bloemen bloeiden en hoop gedijde. Het was haar toevluchtsoord na de oorlog. Nu is de 84-jarige Leota alleen en haar tuin is verwoest. Al Leota's pogingen om zich met haar volwassen kinderen te verzoenen, zijn vruchteloos gebleken. Ze spreekt haar wanhoop uit tot God. Hij brengt twee mensen in haar leven: enerzijds een student die denkt dat hij alle antwoorden weet, anderzijds de kleindochter waar ze niet op had durven hopen. Meesterwerk van de koningin van de christelijke fictie