Luiza leidt een prettig en onbezorgd leventje op het platteland. Tot op een dag alles verandert. Haar oom Carlos wordt doodgeschoten door vier mannen die brutaalweg bij haar thuis aanbellen. Dezelfde dag nog pakt haar moeder het hoognodige in en vertrekken moeder, Luiza, en haar broer en zusje midden in de nacht, om ongezien hun woonplaats te verlaten en elders een nieuw leven te beginnen. Luiza's vader woont zoals veel vaders in Colombia inmiddels bij een andere vrouw. Luiza vraagt zich af of ze hem ooit terug zal zien...
Het gezin neemt de bus naar de grote kuststad Cartagena en Luiza's moeder weet een huisje te regelen in de krottenwijk El Pozón. Luiza mist haar eigen omgeving en haar vriendinnen en komt er tot haar ontzetting achter dat het 'huis' in El Pozón meer een hutje blijkt, dat in de regentijd overspoeld wordt door water en modder. De regering verklaart de wijk El Pozón zelfs onbewoonbaar.
Een indringend verhaal over ontheemdenproblematiek in Colombia, verteld vanuit een 12-jarig meisje dat zich steeds meer realiseert dat ze opgroeit in een door burgeroorlog en criminaliteit verscheurd land.