Wanneer Gerard Zandstra onverwacht overlijdt, laat hij
een heleboel onbedoelde moeilijkheden achter. Zijn vrouw,
Mathilde,
staat voor een grote opgave. Nooit wilde zij betrokken
zijn bij de financiën van haar man, maar nu moet ze.
Helaas ontdekt ze samen met Jan, een buurman die tevens
collega was van Gerard, een financiële misser. Gerard, die bij
zijn leven de administratie deed voor verschillende oudere
mensen, blijkt geld te hebben doorgesluisd aan een zekere
Irma Maters. Woedend besluit Mathilde om de spullen van
Gerard te verkopen. Door vele gesprekken met Jan en Bert,
haar zwager en dominee, beseft Mathilde echter dat zij zelf een
eerste stap zal moeten zetten, wil ze niet gebukt gaan onder
haat en jaloezie.