In een huis aan de Amsterdamse Linnaeusparkweg wordt het levenloze lichaam gevonden van Cornelis de G. Hij werkte dag en nacht met randgroepjongeren die bijna allemaal een Marokkaanse achtergrond hebben. Bij het dode lichaam wordt de zeventienjarige Marokkaan Anuar aangetroffen met een mobiele telefoon in zijn hand. Hij zegt niets, maar zijn vingerafdrukken worden wel gevonden op de schemerlamp waarmee Cornelis de hersens zijn ingeslagen. Op de telefoon is een filmpje te zien waaruit blijkt dat Anuar in ieder geval het slachtoffer heeft gevonden. Maar is hij ook de dader? En waarom wil hij helemaal niet praten? Verhoren leveren niets op.
Politiepastor Cas Wulffers raakt geïnteresseerd in de jongen, die, al blijft hij zwijgen, soms toch heftige emoties toont. Is hij werkelijk niet toerekeningsvatbaar? En is hij wel de dader? Wulffers gaat de sporen van deze moslimjongen na, en krijgt daarbij hulp van een imam die vrede en liefde predikt.