In Afrika dwaalt een kind te ver het bos in. Hij komt niet terug. Na dagen van koortsachtig zoeken, wordt de hoop opgegeven hem ooit nog terug te vinden. Negen jaar later treffen twee ambtenaren, bezig met een volkstelling, aan de andere kant van het grote Knysnawoud een blank jongetje aan, Benjamin. Sinds zijn derde jaar wordt hij opgevoed door Fiela. Zij verzet zich tot het uiterste, maar kan niet verhinderen dat een blanke vrouw Benjamin opeist als haar zoontje.