Michigan, 1880. De houthakkersbazen zijn blind voor het morele verval dat steeds verder oprukt in de stadjes. Bordelen en saloons groeien als paddenstoelen uit de grond. Lily Youngdompelt zich volledig onder in deze gewelddadige en meedogenloze omgeving op zoek naar haar 16-jarige zusje, dat is weggelopen. Maar met haar onbehoedzame gedrag brengt ze niet alleen zichzelf in gevaar, maar ook de weinige betrouwbare mannen die het stadje rijk is, zo ook de baas van het kamp: Connel McCormack.