Sanne van Driel onderzoekt hoe zij anorexia, een pathologie die voornamelijk bij meisjes voorkomt, anders kan denken en schrijven. Ze verlegt de focus van 'de strijd tegen anorexia' naar anorexia als strijd, een strijd die blootlegt hoe - in de lijn van Foucaults analyse van de disciplinerende macht die zichzelf autonoom achtende subjecten produceert - (meisjes)lichamen tot (vrouw)subject gemaakt worden. Maar ook hoe een anorexiet met haar hongerpraktijk aan deze subjectivering probeert te ontsnappen en het zicht opent op de mogelijkheid van een ander leven. Deleuzes concept van het kleine meisje duidt in dit schrijven op het vermogen van zowel anorexia als de filosofie om te ontsnappen aan het vanzelfsprekende en dit anders te denken. 'Met dit boek heeft Sanne van Driel de bakens verzet van het spreken en denken over anorexia. (...) Het werkt bevrijdend voor iedereen die zich gevangen voelt in de eigen identiteit, van patiënt, behandelaar, klein meisje of deskundig filosoof.' (uit het juryrapport van de Van Helsdingenprijs) Sanne van Driel (1986) studeerde humanistiek in Utrecht en filosofie in Rotterdam. Met 'De strijd van het kleine meisje', haar afstudeerscriptie, won ze in 2014 de Van Helsdingen aanmoedigingsprijs van de Stichting Psychiatrie en Filosofie.