Matthew Dennison schreef 'De twaalf caesars' in navolging van de beroemde Gaius Suetonius Tranquillus, die in het begin van de tweede eeuw de levens van 'twaalf keizers' beschreef. Hij begon zijn twee eeuwen geschiedschrijving met Julius Caesar (geboren 100 v.Chr.) en eindigde met Domitianus (overleden 96 n.Chr.).
Suetonius' smakelijke anekdotes en pikante details maakten het boek in de middeleeuwen bijzonder populair. Dennison doet Suetonius' werk nog eens dunnetjes over en verrijkt zijn hommage aan diens beroemde portretten - in het Nederlands telkens verschenen onder de titel 'Keizers van Rome' - met andere bronnen uit het verleden en inzichten uit het heden.