Arnout van Cruyningen vertelt in 'De Hanze' over het Europese handelarengilde dat zes eeuwen lang wist te overleven. In 1161 stichtten Duitse koopmansgildes de voorloper van de Hanze, gericht op de handel met de gebieden rond de Oostzee. Door vrijhandel toe te staan, bracht het Hanzeverbond veel economische bloei in Noordwest-Europa. De Hanze ontwikkelde zich tot een stedenverbond, waarbij in de hoogtijdagen meer dan tweehonderd steden aangesloten waren, ook steden uit de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Topauteur Arnout van Cruyningen focust in 'De Hanze' op de rol van de Lage Landen binnen de handelsmacht en hoe de Nederlanders de Hanze de economische genadeslag toebrachten.