In deze psychologische roman beschrijft Joke Verweerd de spanning tussen loyaliteit en ontworsteling in een ingewikkelde ouder-kind-relatie. Vanaf haar geboorte - ze is een buitenechtelijk kind - heeft de hoofdpersoon Ika (eigenlijk Ikabod) klem gezeten in een verstoorde sfeer tussen vader en moeder. Ika krijgt de schuld van alles wat er verkeerd gaat.
Als Ika achttien jaar oud is, loopt ze weg van huis. De roman begint vijftien jaar later. Ika is 33 jaar en alleenstaand als ze een brief ontvangt van haar vijf jaar jongere zusje Nelly: hun moeder is ongeneeslijk ziek. Nelly vraagt Ika naar huis te komen om samen hun moeder te kunnen verzorgen. Het kost Ika veel strijd en inspanning om haar weerstand en pijn te overwinnen. Toch voelt ze zich moreel verplicht om terug te keren naar haar ouderlijk huis. Deze terugkeer in de beklemmende sfeer van het ouderlijk huis, vol met geuren en beelden die pijnlijke herinneringen oproepen, valt Ika buitengewoon zwaar. Temidden van al die turbulentie ervaart Ika vanuit Jesaja 43 dat de Heiland bij haar is en kracht geeft.
Vanaf dat moment krijgt de strijd van Ika een bijzondere dimensie. Moeder sterft zonder dat zij met Ika tot een open gesprek is gekomen over het grote tekort aan liefde en waardering dat zij als kind heeft moeten ondervinden. En tevergeefs probeert Ika bij haar moeder de waarheid over haar waarheid te achterhalen. Moeder kiest de slachtofferrol, schuift de verantwoordelijkheid weg en blokkeert als het ware daarmee de weg van vergeving.
Intussen ontwerpt Ika voor haar vriendin en werkgeefster Simone een wintertuin voor de hal van een hotel. Deze opdracht blijkt mee te werken aan een zinvolle terugkeer naar het verleden en een verdieping van het inzicht in haar eigen persoonlijkheid.
De wintertuin werd in 1995, het jaar van verschijnen, door de EO verfilmd.