Janna woont met haar man in een eenvoudig arbeidershuisje dat bij de statige hofstede De Gantel behoort. De man van Janna is woedend als hij ontdekt dat de geruchten over haar verhouding met Van der Pol, de boer van de Gantel, op waarheid berusten. Ze vlucht met haar zoontje naar haar ouderlijk huis om daar haar hart uit te storten, maar ze sturen haar weg.
Op de terugweg door het donker komt Janna in het water terecht en verdrinkt. Haar vader kan het gebeurde niet verwerken en bezwijkt aan een hartaanval. Moeder Lena blijft eenzaam achter, vervuld van haat tegenover de Gantelboer. Die houdt zich onverschillig, maar wordt gekweld door schuldgevoelens.
Dominee Hartman voelt zich geroepen deze twee mensen bij elkaar te brengen. Zal Lena de Gantelboer ooit kunnen vergeven?