In 'De wezenmoeder' neemt Ellen Marie Wiseman de lezer mee naar het Philadelphia van 1918. De Spaanse Griep verspreidt zich in een razend tempo door de stad. Vooral in de achterbuurten waar veel immigrantengezinnen wonen, is het besmettingsrisico hoog. In een van de vele benauwde appartementen moet de dertienjarige Duitse Pia Lange na de dood van haar moeder in haar eentje voor haar twee babybroertjes zorgen. Als het eten op raakt, is ze gedwongen om hen alleen thuis achter te laten om op zoek te gaan naar voedsel in de afgesloten stad. Maar ook Pia blijkt besmet met het virus. Onderweg valt ze flauw, om pas dagen later wakker te worden in het ziekenhuis.
Bernice Groves is in diepe rouw gedompeld na het overlijden van haar zoontje, en vervuld met verbittering: vanwege de immigranten die elkaar verdrongen bij het ziekenhuis, kon haar zoontje niet geholpen worden. Als ze Pia haar huis ziet verlaten, besluit ze impulsief om de jongetjes mee te nemen. Zo begint een sinistere missie: Bernice steelt steeds meer kinderen van immigrantengezinnen. Ze brengt ze onder bij Amerikaanse gezinnen die een kindje hebben verloren, zodat de kinderen zullen opgroeien als 'echte Amerikanen'.
Als Pia eindelijk terugkomt in het appartement, ontdekt ze dat haar broertjes verdwenen zijn. Een jarenlange zoektocht begint. Zal Pia haar broertjes ooit nog terugzien?