Nura

Nura is gelukkig in Aleppo, haar geboortestad in Syrië. Door het toenemende oorlogsgeweld wordt het gezin gedwongen om te vluchten. Nura wil eigenlijk niet weg. Ze moet dan haar grootouders, die oud en ziek zijn, achterlaten en misschien wel haar droom opgeven om ooit een beroemd concertpianiste te worden. Het gezin vlucht via Turkije naar het Griekse eiland Kos. Daar begint het lange wachten op een offi ciële verblijfsvergunning. Nura kan ondertussen wel haar pianospel oefenen in een restaurantje, dat in handen is van een Syrische eigenaar. Daar ontmoet ze een jongen, waarmee ze veel gemeen heeft en waarop ze verliefd wordt. Op een avond wordt haar grote talent opgemerkt door een Italiaanse componist, die toevallig in het restaurant dineert. Hij regelt dat het gezin in Nederland mag komen wonen, maar juist voor haar vertrek moet Nura een groot trauma verwerken. Eenmaal in Nederland merkt het Syrische meisje dat daar ook mensen wonen die niet tolerant zijn tegenover buitenlanders. Door haar bijzondere, muzikale talent en de steun van een paar lieve vrienden krijgt Nura toch weer vertrouwen in de toekomst.