Een vrouw verlaat 's ochtends in alle vroegte haar huis en begint aan een wandeling door het zomerlandschap van haar dromen, haar verlangens, haar heksenerotiek en haar mythologie. 'Het spookvan wie ze was geweest ging ongezien en onbesprokenhet verleden door en rook weer het parfum van langvergeten vrouwen uit een dromerige wereld dieverscholen ging in roze nevelslierten. Het onderscheidtussen degene die ze was geweest en was en worden zou,was opgeheven. Alles was - en zij was alles en altijd.'